22 November 2022 – 13°
Parque Nacional Natural Los Nevados
Om zes uur gaan we ontbijten. Standaard krijg je ei. Als je doorvraagt blijken er vaak veel meer mogelijkheden te zijn. Het wordt een heerlijk broodje met avocado. Gisteren hebben we geluk gehad met het weer, want het begint nu hard te regenen. We verlaten Honda terwijl het nog uitgestorven is. De Colombianen zijn avondmensen.
De weg naar Honda toe hebben we in het donker gezien. We hebben 1000 hoogtemeters gemist. Nu gaan we via de andere kant de bergen weer in. Dat Colombia een veelzijdig land is hebben we in een paar dagen tijd al wel gemerkt. Van 3000 meter zijn we naar 300 meter gegaan met net zo’n groot verschil in temperatuur. Dat verschil is ook zichtbaar in de planten. De bemoste bomen zijn vervangen door plantages met bananen en koffie. Aan de kant van de weg wordt een varken geslacht. Die kun je daarna gewoon achter op de motor vast binden en meenemen. Een maf gezicht! De berglandschappen vervelen geen moment.
We blijven maar stijgen en de mist komt weer opsteken. We zien geen hand voor ogen. Het weer wordt steeds slechter net als het wegdek. Ze zijn druk bezig om de weg te herstellen met als gevolg dat we moeten wachten voordat we verder kunnen. Dat duurt wel een tijdje. Ondertussen trekken we allemaal laagjes kleding aan om ons warm te houden op deze hoogte. We zitten op ruim 3000 meter hoogte. Niet veel later moeten we weer stoppen en volgens de medewerker duurt het wel 20 minuten voordat we verder mogen rijden.
Zo is er elke dag wel iets aan de hand dat ervoor zorgt dat we langer onderweg zijn dan gepland. We blijven stijgen en opeens is de mist weg. Nu zien we eindelijk waar we rijden. Wat is het hooggebergte adembenemend mooi. Het is zo indrukwekkend en je voelt je zo klein. Af en toe breekt de zon door. De mist trekt steeds verder omhoog.
We zitten ondertussen op 4000 m hoogte en dat merk je wel. Ook al wil je snel je kunt niet snel lopen. Met een paar stappen ben je buiten adem. We hebben alle tijd om te genieten van de omgeving. De bergen staan vol met frailejones. Het heeft de stam van een palmboom met bovenop een vetplant die wat weg heeft van een aloë vera. Als de boom bloeit heeft het gele bloemetjes. Er is een hele mooie, grote waterval met een behoorlijke vrije val. Als de zon doorbreekt zien we de regenboog.
Vogels zien we weinig, maar dat geeft niet. Het landschap is al bijzonder genoeg. Er zijn ook weinig soorten die op deze hoogte leven. We hebben het geluk om een zeldzame kolibrie te spotten. Stapje voor stapje lopen we omhoog. De hoogte is voelbaar.
22 November 2022 – 17°
Termales Del Ruiz
Na een paar schitterende uren op de berg gaan we lunchen. We vallen om van de trek. De weg er naar toe is steil de berg af met veel bochten en hobbels. Er lijkt geen einde te komen aan deze 5 kilometer. Het weer wordt ook steeds slechter en het begint zelfs te regenen. De planten onderweg zijn van reusachtig formaat. Als je geen paraplu bij je hebt kun je een blad van deze plant gebruiken als paraplu. Ik weet zeker dat het blad groter is dan de paraplu die ik mee heb. We komen uit bij een luxe hotel in the midle of nowhere op 3600 meter. Het stinkt er naar zwavel vanwege de warmwaterbronnen. Tijdens het wachten op het eten mogen we ons uitleven in de kolibrie tuin. We zien een aantal te gekke soorten. Sommigen zijn ook goed te fotograferen. Wat jammer dat we zo weinig tijd hebben voor deze mooie plek. Bij de voederplaatsen komen ook andere kleurrijke vogels. Wat is dit genieten. Nu mocht het een keer lang duren voordat het eten komt en dan staat het er al zo snel. Er ligt een halve koe op mijn bord. Het smaakt erg lekker. Zodra het op is gaan we nog snel terug naar de tuin om te genieten van de mooie vogels.
22 November 2022 – 24°
Hotel Tinamu
We gaan terug de berg op om daarna weer af te dalen naar circa 1200 meter. Het water komt met bakken uit de lucht. Al snel is de weg veranderd in een waterval. Enorme modderstromen lopen over de weg. Kabbelende beekjes zijn veranderd in woest kolkende rivieren. Er ontstaan gigantische watervallen. De reisleider vertelt heel nuchter dat het erg gevaarlijk weer is. De weg kan wegspoelen. Landslides kunnen ontstaan en rotsblokken kunnen je om de oren vliegen. We zien al wat kleine rotsen op de weg liggen. De weg leidt ons door Manzaniles. Een grote stad met een half miljoen inwoners gebouwd op de bergen. Het is erg armzalig met krottenwijken. Kleine, houten hutjes die over de kliffen hangen. De verkeersborden langs de weg zijn hier ook zeer bijzonder. Ze waarschuwen ons voor voetgangers en fietsers, maar ook allerlei wilde dieren. Loslopende honden, katten, overstekende slangen, poema’s en gordeldieren, stekelvarkens en opossums. Nu hopen dat we deze dieren ook nog gaan ontmoeten. Het laatste stuk van de route gaat over een smal pad door de bergen met mooi uitzicht. Je zou maar op deze plantages moeten werken. Dan moet je wel een berggeit zijn zo steil is het hier. Het is elke keer passen en meten als er een tegenligger aan komt. De afgrond begint gelijk naast de bus, dit is niet echt mijn ding. De weg wordt nog smaller en steiler en onze nieuwe bus is behoorlijk groot. We gaan rakelings langs de bomen. Je hoort de takken en bladeren krassen over de bus. Een bamboe bos verspert de weg. De reisleider stapt uit en houdt het stuk bamboe aan de kant zodat wij kunnen passeren. Er komen nog meer obstakels, twee krappe bochten… Het personeel van ons hotel denkt dat we er niet langs kunnen. De chauffeur gaat op onderzoek uit. Met zijn goede stuurmanskunsten denkt hij dat het lukt. De bus kan verder ook geen kant op. Gespannen wachten we af of het lukt. Als het gelukt is krijgt de chauffeur een welverdiend applaus. We hebben medelijden met de man dat hij straks nog terug moet en ons overmorgen moet ophalen. Er komen nog heel wat spannende ritjes aan. Met daglicht zal het ongetwijfeld nog enger zijn. Ilse heeft de mooiste kamer van de hele groep op de 1e verdieping met een heel groot terras voor haar alleen. Haar balkongenoten bestaan uit twee nestende duiven en een reusachtige mot. Er hangen heel veel kolibrie feeders. Het is een hotel waar we eten wat de pot schaft, lekker makkelijk.
23 November 2022 – 24°
Dagje rond hotel Tinamu
Om half zes gaat de wekker. Het begint een beetje licht te worden. Nu kan ik zien dat we gisteren zijn aangekomen in het paradijs. Vanuit de badkamer heb ik uitzicht op de jungle. Als ik de deur naar mijn terras open heb ik zicht op de tuin en de andere huisjes.
In de bomen zitten veel vogels. Wat een hoop geluid komt er vandaan. De vogels krijgen ontbijt bestaande uit banaan. Binnen een paar minuten zitten er tientallen Bleu-grey Tanagers. Er komen steeds meer soorten op af. Je weet niet waar je kijken moet. De vogels zijn niet bang voor ons. Op korte afstand kunnen we ze goed vastleggen. Binnen een kwartier hebben we heel wat soorten gezien. Dit vind ik veel leuker vogelen.
Met drie gidsen (reisleider, lokale gids, gids van hotel) gaan we de jungle is. Alleen het wandelen is al prachtig. Het is intens groen. Hier word ik gelukkig van. Het valt nog niet mee om vogels te zien tussen alle bladeren. We horen veel geluiden. De manakin is duidelijk herkenbaar. De gids weet precies waar een Common Patoo zit. Een hele bijzondere en vooral lelijke vogel. De vogel lijkt onderdeel van de boom te zijn. Het heeft een goede schutkleur. Onze ogen speuren het hele bos af met als resultaat een hermit kolibrie. Een kolibrie soort met een hele lange, kromme snavel. Wat gaaf!
‘s Middags gaan we nog een keer wandelen door de jungle. Een motmot gaat in de boom voor ons zitten op een paar meter afstand. Wat een grote, mooie vogel is het. Zijn staart beweegt als de klepel van een klok. Al snel zien we een nieuwe soort hermit. De manakins zijn er zelfs met z’n drieën.
24 November 2022 – 19°
Rio Blanco lodge
Het is midden in de nacht als de wekker af gaat. Half vijf is toch geen tijd om op te staan. In het donker vertrekken we met de bus naar Rio Blanco. Dat zou volgens de gids een uur rijden zijn. Je voelt hem waarschijnlijk al aan. Dat gaat langer duren. De weg lijkt een stuk minder eng in het donker. Je ziet de afgronden nu niet. Om ervoor te zorgen dat de bus er beter langs kan zijn er een aantal bamboe takken gekapt. Waarom zou je moeilijk doen als het ook makkelijk kan. Er is een haarspeldbocht die wel erg spannend is. Dat kan ik me niet zo goed herinneren. De chauffeur slaagt er in om ons veilig beneden te brengen.
We zien een prachtige zonsopkomst bij Manizales met de bergen en de vulkaan Ruiz op de achtergrond. Uit de vulkaan komt een grote rookpluim. Er ligt ook sneeuw op de bergen. Het is zo vroeg op de ochtend helder waardoor we dat voor het eerst kunnen zien.
De stad Manizales is mega groot en vreselijk lelijk. Kruip door, sluip door hobbelen en slingeren we door de grote stad. Er is nog weinig leven. Zelfs de bakkerijen zijn nog gesloten. Onderweg moeten we nog een lokale gids oppikken. We zijn al anderhalf uur verder voordat we deze stad verlaten hebben.
En dan begint het échte avontuur pas. We verlaten de doorgaande weg en gaan off Road. Het is een gravel weg van zeer slechte kwaliteit die absoluut niet gemaakt is voor grote bussen. Al vrij snel moeten we over een smalle brug die net breed genoeg is voor onze bus. Dat bleek achteraf een luxe te zijn. Daarna volgt een kleine rivier zonder brug. Dwars door het water gaan we naar de overkant. De weg hobbelt verder. Ik heb geen ervaring met paardrijden, maar voor mijn gevoel ga ik op en neer zoals je ook op een paard zit. De bochten zijn smal en de bus helt zo ver over dat de mensen aan de rechterkant onze kant op komen omdat ze bang zijn dat de bus omvalt. Eén rivier zo oversteken was appeltje eitje.
Dus er komt een grotere rivier die een stuk dieper is. Met passen en meten en goede stuurmanskunsten lukt het toch om door de rivier te komen. Wij hebben de grootste schik. We zijn al ruim 2 uur onderweg.
We denken het ergste gehad te hebben en niks is minder waar. Er is veel regen gevallen waardoor de weg een behoorlijke modderbaan is. De bus voel je af en toe glijden. De hellingen worden steeds steiler en toen stonden we vast. Deze bestemming moet wel heel mooi zijn dat het deze reis waard is. De spanning neemt wel toe, want wat als we niet boven komen? Het is nog een paar kilometer de berg op. Er zijn geen mogelijkheden om te keren en de weg is te bochtig om in z’n achteruit terug te rijden.
We moeten allemaal achter in de bus gaan zitten voor het gewicht. Dan gaan we nog een poging wagen. Eindelijk komen we de berg op. Na een paar honderd meter precies hetzelfde probleem. Het lukt nu niet om verder naar boven te komen. Nog 1 persoon gaat verder naar achteren en opeens lukt het.
De laatste 2 kilometer lijken een eeuwigheid te duren. Af en toe moet er nog iemand uitstappen om takken aan de kant te houden zodat de bus kan passeren. Wat komt er nog meer op ons pad? Gelukkig gaat het goed en komen we 3 uur na vertrek aan bij de birding lodge.
We zitten op 2700 meter. Een stuk hoger dan verwacht net als de temperatuur. De vele laagjes kleding komen goed van pas. We zijn veel te laat voor de antpittas waarvoor we speciaal hier naartoe zijn gekomen.
Er is geen tijd om bij te komen van deze spannende reis. We moeten gelijk door naar de plek van de pittas. De lokale gids fluit en roept, maar geen gehoor. Ik ga liever naar de kolibrie feeders toe. Er zijn ook gewone feeders waar we een aantal kleurrijke vogels waarnemen. Iedereen valt om van de honger. Tijd om te ontbijten. In een klein, donker kamertje met plastic tafels en stoelen krijgen we een typisch Colombiaans ontbijt waar eieren niet bij mogen ontbreken. Zelfs ik kreeg het naar binnen. Er zit ook een bijzondere arepa bij die lekker krokant is.
Na het ontbijt gaan we aan de wandel. We lopen de berg nog verder op. Wie had verwacht dat ik in Colombia nog een berggeit zou worden? Ik niet! In een heel rustig tempo lukt het om boven te komen. Dat gaat verrassend goed. We slaan een zijpaadje in waar we uitkomen bij een kleine tribune met overkapping. Dan begint er een circusact over Pancho de pitta. We liggen helemaal dubbel van het lachen. De gids pakt zijn meelwormen en voert de pitta. Hij roept Pancho, want zo heet de pitta en daar komt hij. De gids praat met het beestje en die doet precies wat de vogel moet doen: Poseren voor de foto. Zijn vrouwtje Panchi komt er ook aan. De gids fluit en de vogel fluit terug als bedankje voor de meelwormen. Het is een komisch gezicht. De vogels worden dagelijks gevoerd waardoor ze super tam zijn. Het voelt daardoor aan als een circusact. Pancho kan nog net geen trucjes.
De weg gaat verder berg opwaarts met schitterende uitzichten op de stad Manizales. We zien een Trogon die behoorlijk bij ons geliefd is. Zowel het mannetje als het vrouwtje.
We komen ook terecht in een mixed flok. Dat is een hele grote groep met allerlei verschillende vogels. Je weet niet waar je kijken moet. Er is zoveel te zien, maar het gaat ook erg snel. De meeste vogels zitten op te grote afstand.
Na een paar uur wandelen gaan we terug naar de lodge voor de lunch. Een kom warme standaard soep met cassave bakbanaan en aardappel. Gevolgd door een bord met rijst, groente en meerval. Deze vis had ik nog nooit gegeten en is geen aanrader. Het toetje smaakt voortreffelijk.
We kopen een mooie doek met vogels die je o.a. om je nek kunt doen. Veel keuze is er niet en groepsgenoten willen er graag nog één kopen. De lokale gids heeft er een om zijn nek hangen. Als echte Hollanders krijgen ze het voor elkaar om de kleren van zijn lijf te kopen. De gezichtsuitdrukking van die man was geweldig.
Vanaf de veranda van de lodge (klinkt chique, maar stelt niks voor) kunnen we heel veel soorten hummingbirds waarnemen. Minstens 10 verschillende waarvan één met een hele lange staart. Er vliegen ook hele kleine kolibries van 6 cm rond die qua geluid meer weghebben van een grote hommel.
Er wordt nog een andere soort pitta gevoerd met een iets minder groot circus gehalte. Het is een endemische soort die specifiek is voor dit gebied wat het extra uniek maakt.
Er ontstaan donkere wolken en het begint te miezeren. De groep gaat te voet de berg afdalen. Wij blijven nog even bij de lodge om te vogelen. Met resultaat, want we spotten nog een aantal nieuwe soorten.
De miezerregen gaat al snel over in een harde regenbui.
We maken ons grote zorgen over de staat van de weg. Laten we hopen dat we veilig beneden komen. Langs de weg zien we alweer modderstromen. Bij de lodge was nog een groep Nederlanders die gisteren al uren hebben vastgestaan vanwege een landslide. Heel langzaam dalen we de berg af. Soms is het maar goed ook dat ik niet naar voren kan kijken. De 2 kilometer naar de uitgang van het terrein duren weer eeuwen. We stappen uit bij een rivier waar we de waterspreeuw spotten. Een unieke vogel, want er zijn totaal maar 4 soorten waterspreeuwen op de wereld.
24 November 2022 – 15°
Rio Blanco
Het blijft regenen en er komen nog een paar spannende stukken aan. We weten inmiddels hoe snel een rustige rivier kan veranderen in een woest kolkende rivier. Iedereen zit met spanning in de bus. Bij de rivier moeten we er allemaal uit zodat de bus meer kans maakt om door de rivier heen te komen. Het water staat een stuk hoger, want de stapstenen staan onder water. De schoenen gaan uit. We waden door het koude water heen. De rivier is niet zo heel diep. Dit was de makkelijke etappe. Nu moet de bus er nog doorheen komen. Dat valt niet mee. Om de rivier uit te komen moet die een steile helling op. De voorkant van de bus staat vast tegen de helling van de rivierbedding. De bus moet heel vaak steken. Daarbij moet ook rekening gehouden worden met een afgrond aan de linkerkant. De bus schudt flink heen en weer. Met een paar man proberen ze wat stenen aan de kant te duwen. Onder luid applaus komt de bus uiteindelijk uit de rivierbedding.
De tweede rivier is een stuk makkelijk. Zelfs nu de rivier twee keer zo breed is geworden. Opgelucht kunnen we adem halen. We hebben het moeilijkste gedeelte overleefd. Ik vraag me bijna af waarom we de weg naar hotel Tinamu zo spannend vinden. Elke dag maken we wel iets mee waardoor je beeld van een avontuur bijgesteld wordt. Vandaag is een dag om nooit te vergeten. De laatste kilometers naar het hotel is intens genieten. De zon gaat onder en de uitzichten zijn fenomenaal. Rond zes uur zijn we terug bij de lodge. Moe, maar voldaan.