Vrijdag 11 februari
Er is veel regen gevallen en het is nog steeds bewolkt buiten. Het ziet er naar uit dat er nog veel meer regen gaat vallen. Zo lang het droog is spelen wij buiten. Voor de laatste keer maken we een strandwandeling. De zee is een stuk woester dan de andere dagen. Het zwarte zand is helemaal nat. De nevel hangt in de lucht. Het voelt daardoor een stuk warmer aan dan de afgelopen dagen. We hopen onderweg nog wat leuks te spotten. We nemen een kijkje bij de boom waar de luiaard in zat. Het blijkt een geliefde plek, want er zit weer een luiaard. Misschien wel dezelfde, maar er staat geen naam op zijn hoofd. Ook als dat wel zo was konden we die nog niet aflezen, want het koppie zat verstopt. Ik vang een kleine glimp op van een snuit en loop om de boom heen om er meer van op te vangen. Loop ik bijna tegen een luiaard aan in de boom er naast. De meest actieve luiaard die we ooit gezien hebben. De honger is nogal groot en de boom heeft nogal weinig blad. Hij moet er dus veel moeite voor doen. Slim is die niet. Gaat hij aan de dunste takjes van de bomen hangen. Elke keer breekt er een stuk af. Nog even en de luiaard ligt op de grond te spartelen. Gelukkig heeft hij het op tijd door en zoekt hij een beter plekje op. Na twintig minuten te hebben genoten gaan we terug naar het hotel. Anders vallen wij om van de honger. Met tegenzin eten we het ontbijt bij het hotel. De toast is zo droog dat ik het amper mijn strot door krijg. Voordat we afscheid nemen van Cahuita gaan we nog één keer kijken bij de ingang van het park. Na zo’n mooie ochtend met de luiaard hadden we natuurlijk ook niet meer mogen wensen. We zien helemaal niks.
Om negen uur vertrekken we richting Turrialba. Het eerste stuk is mooi langs het strand. We steken heel wat rivieren over. Bruggen aanleggen is blijkbaar nogal lastig dus bijna alle bruggen hebben slechts één rijbaan. Om de haverklap sta je dus stil om te wachten totdat je de brug over kunt steken. De dreigende wolken maken de omgeving niet minder mooi. Vanaf Limon is de weg weer saai met alle wegwerkzaamheden. Het begint ook enorm te regenen. We rijden de bergen in met beperkt zicht. De uitzichten zouden prachtig kunnen zijn. Een paar kilometer later sluiten we aan in de rij vanwege de wegwerkzaamheden. Eén kant van de weg is afgesloten. Wat zijn wij dan weer ongeduldige Hollanders. Af en toe komt er een auto van de andere kant. Wanneer mogen wij dan? Na elke auto die passeert wordt er weer een pion neergezet. Stel je voor dat we zouden denken dat we mogen gaan rijden. Ruim een kwartier later mogen wij weer verder. De weg gaat steil de berg op. Met de nodige vrachtwagens voor ons gaat dat tergend langzaam. Soms rijden we maar 10km per uur. Je zou ze bijna een duwtje willen geven. Bij een kleine Soda onderweg gaan we pauze hadden. Het is hier bijna koud in vergelijking met Cahuita. Mama begint gelijk te piepen dat ze te zomers gekleed is en haalt al bijna haar koffer overhoop op zoek naar die lekkere warme fleecevest. Ik kom net weer tot leven met deze aangename temperatuur. We kijken uit over een visvijver waar een grote ijsvogel zit.
We nemen een kop koffie en krijgen een enorme sloot. Drinken zullen we. Mijn koffie ziet er uit als kinderkoffie. Het blijkt mee te vallen. Er zat een soort schuimlaagje op. Er drijven ook soort klontjes in de melk. Het ziet er een beetje geel uit en smaakt zoetig. Hebben ze net de koe gemolken en heb ik biest gekregen? Ik heb geen idee wat het is. Misschien maar beter ook.
We slingeren verder door de bergen. Net voor ons hotel zit een afslag naar een restaurantje waar wij willen lunchen. Het is nogal onduidelijk aangegeven en het lijkt alsof we een weg in gaan dat leidt naar een bedrijf/fabriek. We melden ons bij een mannetje die een slagboom voor ons moet openen. Een zwaar bewaakt terrein. Als het eindelijk duidelijk is dat we naar het restaurant willen worden we toegelaten. We parkeren de auto bij de stallen en lopen naar het restaurantje. Het ziet er heel leuk uit, maar zo komt hier toch nooit iemand. Niet heel gek dat we de enige gasten zijn. Ze hebben Arepa’s op het menu staan. Nog nooit gegeten. Voor alles is een eerste keer. Het lijkt een soort pitabroodje die je kunt vullen met van alles en nog wat. Ik kies voor de tonijn en mama voor kip met avocado. Er moet wel eerst gecheckt worden of er wel avocado is en tonijn. Het is ook zo druk dat de hele voorraad opeens op kan zijn. We hebben geluk dat de gekozen gerechten ook gemaakt kunnen worden. Met twee man staan ze in de keuken onze Arepa’s klaar te maken. Dat duurt mij toch lang. Ik denk dat de mais nog geplukt moet worden en de vis gefileerd moet worden. Het wachten wordt beloond met een heerlijke maaltijd. Met een volle buik gaan we naar het hotel dat een paar honderd meter verderop gelegen is.
We verblijven in een hotel waar we in 2018 ook verbleven hebben. Zal het nog net zo zijn als wij ons herinneren? Het inchecken verloopt wat moeizaam. Voor alles is vandaag een flink portie geduld nodig en dat is nou net iets wat wij niet bezitten. Het hotel is klein met een stuk of 15 kamers en wij verblijven precies in dezelfde kamer als vier jaar geleden. In die vier jaar tijd is er ook niks aan veranderd. De zon breekt langzaam door en de wolken trekken op. We hebben prachtig uitzicht over de vallei waar allemaal bomen staan met oranje bloesem.
De vogels laten weinig van zich horen. We rusten even uit op de kamer en maken plannen voor morgen. Daarvoor moeten we iets reserveren en dat gaat nog niet zo makkelijk, maar het is uiteindelijk gelukt. Bij het restaurant zagen wij mensen cheese cake eten. Dat lusten wij ook wel. De rest van de middag hangen we in het restaurant. Ik lees mijn boek. Mama is bezig met de foto’s en af en toe zien we iets voorbij vliegen. Trek hebben we nauwelijks naar onze grote lunch en taartje. We delen een visgerecht. Ik heb het gevoel dat de medewerkster van het restaurant de hele tijd al zit te wachten totdat we gaan eten zodat ze wat mag doen en dan bestellen we ook nauwelijks wat. Haar grootste taak is het schoonhouden van het restaurant. Er lopen hier wel 5 honden rond en een aantal katten. De honden luisteren niet en vinden elke stoel een prachtige kans om hun territorium af te bakenen met urine. Met de plantenspuit probeert ze de honden weg te jagen. Het maakt weinig indruk. Wij gaan met de kippen op stok. Om half zeven willen we morgen al in de auto zitten.
Zaterdag 12 februari
Voor het eerst hebben we een nacht geslapen zonder ventilator. Er moest zelfs een deken over ons heen. Dat is wel heerlijk na de afgelopen vijf nachten die bloedheet waren. Vanwege Corona is er ’s nachts een rijverbod en daar genieten wij enorm van. De vrachtwagens hoor je hier erg goed. Het maakt een behoorlijk kabaal om de berg op te komen. Tot vijf uur ’s ochtends is het nu heerlijk rustig. Om zes uur zijn wij klaar voor vertrek. Het is een prachtige dag. De zon komt op en verlicht de vallei waar we op uit kijken. Het is 15 kilometer rijden naar Rancho Naturalista waar wij vandaag gaan vogelen. Het is een birding lodge waar je grof geld voor moet betalen om er te mogen overnachten. Dat hebben wij er niet voor over. We moeten wel toegang betalen om gebruik te mogen maken van de wandelpaden en het observatiebalkon. De weg gaat eerst flink de berg af waar we afslaan. Zodra je de “grote” weg verlaat is het wegdek een gatenkaas. We slalommen over de weg om de grootste kuilen te vermijden. Het is weekend en toch is het om kwart over zes al levendig op straat. De mensen hier zijn allemaal vroege vogels. Nu verwacht ik dat de meeste mensen net zulke slechte gordijnen hebben als in onze kamer. Dan kan het ook niet anders dan dat je wakker wordt zodra het licht is. Dat is al voor zes uur. De weg gaat verder langs suikerriet- en koffieplantages. De laatste 1,3 kilometer gaan we een onverharde weg op. Dat wisten we, maar dat deze weg een attractie zou zijn wisten we niet. De weg is heel smal en gaat steil de berg op. Af en toe zijn er twee banen van beton, maar het grootste gedeelte van de weg is hobbel, kuil, steen. Bedenk daarbij een heleboel haarspeldbochten, wat glibberige stenen, modder, losliggende stenen. We hebben een goede auto en toch is het een hele uitdaging om boven te komen. Op deze manier is 1,3 kilometer een heel eind rijden. Als je hier verblijft ga je pas terug naar beneden als je het hotel verlaat. Dit ga je niet voor je plezier rijden. Mama is de chauffeur vandaag en brengt ons veilig boven. Wat een goede stuurmanskunsten. We hebben het gehaald. We hebben al heel wat onverharde kilometers er op zitten maar dit was het slechtste wegdek wat wij meegemaakt hebben. Dat we om half zeven al zoveel adrenaline zouden ervaren vanwege de weg naar de lodge toe hadden we niet verwacht.
We zijn nog iets te vroeg voor het ontbijt. Dat geeft ons de tijd om alvast bij het vogel balkon te kijken. Het is overdekt en er staan lekkere stoelen. Je kunt er koffie en thee zetten. Een heerlijke plek om uren door te brengen. Er hangen een aantal hummingbird feeders waar de vogeltjes al op af komen. Je kunt mij gerust een hele dag neerzetten bij kolibries. Ze vliegen je om de oren. De vleugels maken best veel geluid en je voelt de wind die ze verplaatsen. Voor het restaurant staan ook allemaal boomstammen met fruit en voor het eerst is er ook iets van zaad gestrooid. Dat trekt hele andere vogels aan. Helaas is het vrij rustig en komen alleen de Chachalaca’s ontbijten.
Ons ontbijt bestaat uit het standaard verhaal van rijst met bonen, verrukkelijke bakbanaan en toast. Het is lekker, maar wij snappen nog steeds niet waarom dit zo duur zou moeten zijn. Er is weinig luxe aan. We krijgen zelfs maar twee piepkleine stukjes watermeloen. Dat is al het fruit voor vandaag. De vogels hebben het beter voor elkaar. De mensen zijn erg behulpzaam en geven ons veel informatie over waar we moeten zijn om welke vogel te kunnen spotten. We krijgen ook nog een uitgebreide beschrijving waar we in een dorp verderop de Sunbittern zouden kunnen zien. Een vogel die nog hoog op ons lijstje staat. Ik doe goed mijn best om alles te onthouden. We nemen eerst nog even de tijd om uit te buiken van het ontbijt en de kolibries vast te leggen. Dat lukt best goed als ze stilzitten op een takje. Het begint te kriebelen om ook de rest van het terrein te verkennen. Met de plattegrond op zak zoeken we onze weg naar de badderplaats voor de kolibries. Het is volgens de kaart een kort stukje. Wat er niet bij staat is dat je daarbij net zo steil de berg af gaat als dat we met de auto de berg op zijn gekomen. Het zijn flinke afstappen. Veel te groot voor mijn korte pootjes. Er is een zitplaats gemaakt van waar je zicht hebt op een stroompje. Of beter gezegd wat waterplasjes. Daar komen de kleine vogeltjes badderen. Ik wist niet eens dat kolibries ook dol waren op een bad. Een gekleurde flits duikt wat in het water. Een grappig gezicht, maar met geen mogelijkheid op beeld te krijgen. Het badderen duurt ook maar één seconde.
We gaan verder door de jungle op zoek naar de forest feeders. Midden in de bos is een mooie plek gemaakt. Helaas zijn er geen feeders te bekennen. Erg jammer. We zijn alweer flink de heuvel opgelopen. Omdraaien is jammer dus we lopen verder en maken er een rondwandeling van. Dat bleek een goed idee te zijn. We verlaten het bos en lopen een weiland in. Er staan twee heren met telescoop en camera op iets gericht. Wat zullen zij zien? Ze vertellen welke vogel er zojuist is weg gevlogen. Er gaat niet direct een lampje branden. Een minuut later roept de gids enthousiast dat de vogel weer terug gekomen is. Wij mogen door de telescoop kijken en zien een blauwe vogel. Nu weten we gelijk welke vogel het is. Wij zien alleen de achterkant waardoor de prachtige roze kleur die de vogel ook heeft niet zichtbaar is. We hebben als bewijs een blauw stipje op de foto gezet. De man geeft ons verdere instructies over hoe we weer terug bij de lodge komen en waar we mogelijk een nieuw soort Manakin kunnen waarnemen.
Gisteren dachten we nog dat het hier koud zou zijn. Dus wij hebben ons goed aangekleed. Lange broek aan, vest mee. We branden om half negen al uit onze kleren. We lopen het pad in waar de Manakin vaak gezien wordt. We horen hem wel, maar hij laat zich niet zien. We zien wel veel vogeltjes voorbij schieten. Een muisspecht laat zich goed zien. Die hebben we nog niet zo heel vaak gespot en er zijn tig soorten van. Dat wordt weer een hele uitdaging om uit te zoeken welk soort dit was. Vanaf tien uur zou je bij Rancho Bajo een aantal bijzondere kolibries kunnen zien. Je moet daarvoor een stuk de berg aflopen wat we ook met de auto gereden hebben. Onze benen mogen ook nog even ervaren dat het toch echt wel heel erg steil de berg af is. Het zou een minuut of 15 lopen zijn. Ja, als je de berg af rolt ben je snel beneden. Volgens mij heb ik wel driekwartier nodig om straks weer die berg op te komen. Die kolibries moeten nu wel komen opdagen. Dan kunnen we tenminste zeggen dat het de moeite waard was. De verbena plantjes zijn gevonden. Daar zijn ze dol op. Niet veel later spot de ik Snowcap. Een knalroze kolibrie met een wit kapje. Ontzettend mooi en op heel weinig plekken in Costa Rica waar te nemen. Het is één van de kleinste vogeltjes ter wereld. De coquet kolibrie komt ook nog een keer voorbij. Wat een mooie kuif heeft hij toch. Het was zeker de moeite waard om hier naar toe te wandelen.
Nu moeten we weer terug, want om twaalf uur staat de lunch al voor ons klaar. Heel langzaam lopen we de berg weer op. Yes, we zijn boven gekomen. We hebben nog tijd over om nog even op het balkon te kijken. De lunch bestaat uit salade, tosti, tomatensoep en een brownie. We krijgen een groot glas met sap en koffie na. Zo krijgen we voldoende vocht binnen. De energie is op. We ploffen neer op het balkon waar we proberen bij te komen van deze mooie en intensieve ochtend. Om één uur stappen we op en gaan de berg weer af. Dat gaat makkelijker. Een goede rem is wel een vereiste.
We gaan kijken of we goed geluisterd hebben naar de vrouw die vertelde waar we de Sunbittern kunnen zien. Op zoek naar de school in het dorp. Daar voorbij moet ergens een voetbalveld zijn en dan moeten we op zoek naar een brug die bij de suikermolen gelegen is. We parkeren de auto en speuren het water af. De medewerkers van de suikermolen zijn net vrij en kijken ons vol belangstelling aan. Ze begroeten ons allemaal zeer vriendelijk. Met mijn verrekijker valt mijn oog op iets grijs dat beweegt. Ik kan het nog niet goed zien en toch weet ik al zeker dat dit de Sunbittern moet zijn. De vogel zit er gewoon. We waren moe, maar de adrenaline houd ons nu wel op de been. Hoe gaaf dat de vogel zich houd aan de beschrijving. We willen wat dichterbij komen. Net op dat moment gaat het beest er vandoor. In geen velden of wegen meer te vinden. Dat is jammer, want we hebben zijn mooie vleugels nog niet kunnen bewonderen. Toch zijn we al heel blij met wat we gezien hebben. We gaan terug en stoppen nog een keer bij de brug bij de school. Deze brug is gelegen aan de doorgaande weg. Pura Vida, geen probleem om midden op de brug te staan. Iedereen gaat netjes langs ons heen en begroet ons met een glimlach. Blijkbaar komen hier nauwelijks toeristen. Het hele dorp loopt uit om te kijken wat die twee gekke vrouwen toch bij de brug doen. De Sunbittern heeft zich blijkbaar verplaats naar deze kant. Langzaam maar zeker komt de vogel dichterbij. We hebben geen haast dus we blijven een hele tijd staan. Net zo lang totdat we de prachtige vleugels gezien hebben. Wat een plaatje. Af en toe moeten we de brug af vanwege passerende vrachtwagens. De brug is nogal smal. We hebben enorm genoten van deze mooie vogel en het lijkt er op dat we ook nog mooie foto’s hebben kunnen maken. Als we zeker een half uur verder zijn is het tijd om terug te gaan.
De rest van de middag doen we helemaal niks meer. We drinken een lekker drankje en zoeken uit wat we allemaal gezien hebben. Een heel aantal nieuwe soorten gezien vandaag. Om half zes vallen we om van de trek. Tijdens het eten krijgen we een voorstelling van de huiskat die aan het spelen is met een gecko. Ik doe toch maar even mijn voeten omhoog voor het geval dat de gecko mijn kant op rent. Wat een beestenboel. De combinatie van restaurant en alle beesten bevalt ons niet zo goed. Elke minuut zit er een andere hond aan je tafel zielig te kijken in de hoop wat eten te krijgen. Het is een goede keuze geweest om een uitstapje te maken naar Rancho Naturalisto. Leuk voor een dagje, maar de hele hype begrijpen wij niet zo goed. Ons hotel is net zo mooi gelegen.