Donderdag 3 februari
Tegen het middaguur verlaten we de Arenal Observatory Lodge. Het is een flink stuk de berg af. Onderweg zien we nog een roofvogel op een paar meter afstand zitten.
Het eerste stuk van de reis is bekend terrein voor ons. Onderweg vergaan we van de honger. Bij een kleine bakkerij kopen we gevulde broodjes die we in de auto op eten.
We rijden via La Fortuna richting Sarapiqui om af te slaan naar het noorden. Een totaal nieuwe bestemming voor ons. We rijden kilometers lang tussen de ananasplantages door. Veel werknemers fietsen op de weg. Wat zal het hard werken voor hen zijn. We hebben soms medelijden met de mensen hier. Zo saai werk dat ze hebben, als je alleen maar hoeft te vegen op een resort, maar dit is vast een ander uiterste. Zwoegen en zweten op het land. Ik zou het niet kunnen. De laatste 18 kilometer zijn onverhard en de staat van de weg is nogal wisselend. Volgens de borden mag ik hier 60 rijden. Met 30km per uur voelt het al aan alsof we over de berg vliegen. Ik doe goed mijn best om alle gaten en stenen te ontwijken. Een onmogelijke taak. Het gebied is dunbevolkt met veel boerderijen. Waar zullen deze mensen hun boodschappen doen? De huisjes zijn klein en heel eenvoudig. Na tig kilometer hobbelen komen we opeens uit in een dorpje. Ver buiten de bewoonde wereld. Zullen deze mensen ooit het dorpje verlaten? Er is een school, kerk, voetbalveld en zelfs een supermarkt. Ik denk dat de mensen hier vooral rijst en bonen eten. De bonen zijn gedroogd. Verse groente zullen ze hier weinig hebben. Drie kwartier later zijn we aangekomen op onze bestemming.
De parkeerplaats van het hotel. Daar laden we onze spullen uit en lopen naar het communicatie station. Daar staat een telefoon en kan ik de receptie bereiken om te vragen of de boot kan komen. Ons hotel is gelegen aan de overkant van de rivier. Het is hier heet en knap benauwd en het is flink sjouwen met de bagage over een steiger en mul zand. De overtocht duurt een minuut en dan begint de wandeling naar onze hotelkamer. Wie bedenkt het toch elke keer dat alles zo ver lopen is? Uiterst vriendelijk worden we ontvangen door de dame van de receptie. Uit de koelkast wordt een handdoek gehaald zodat we even kunnen afkoelen. Gevolgd door een verfrissend, vers fruitsapje. Dat is een aangenaam ontvangst. Ze geeft ons alle nodige informatie en dan is het nog een stuk lopen naar de kamer. Het is een zeer schattig huisje met balkon dat over het water uit kijkt. Ondanks de vermoeidheid en warmte lukt het ons niet om rustig te blijven zitten. We horen zoveel vogelgeluiden. De neusbeer kan er ook aardig wat van. De neusbeertjes rennen met veel lawaai door het groen. Als we enigszins zijn geacclimatiseerd willen we het terrein verkennen. Het is wederom een groot terrein met zoveel mooie uitkijkpunten, zitplaatsen en observatieplaatsen. Wauw, wat is dit prachtig. Zijn we in het paradijs beland? De muggen vinden het hier ook een paradijs. Ze zijn aanwezig met grote aantallen. Onderweg naar onze kamer om de muggenspray op te halen zien we al een heel aantal vogels voorbij komen. In onze kamer leven reusachtige mieren. Ik ben al bijna aan het speuren naar de antbirds. Die zouden deze mieren maar al te graag oppeuzelen.
Op elke nieuwe bestemming denken we dat we rustig aan gaan doen. Vijf minuten later is dat plan vaak alweer van tafel, want er is zoveel te zien en te doen. Gewapend met muggenspray gaan we weer naar buiten. Nog even genieten zo lang het licht is.
Het restaurant is helemaal open met uitzicht op het water. Het is super mooi gelegen. Wij zijn erg benieuwd naar het menu. Wat zal hier nu te krijgen zijn? Zo afgelegen. Waar halen ze alle ingrediënten vandaan? De sapjes zijn wederom fantastisch en het eten ook. Rijst met garnalen. Het klinkt zo eenvoudig. De smaak daarentegen is verre van saai. Hopelijk koelt het op onze kamer wat af en kunnen we zo weer lekker lang slapen. We spoelen ons eerst nog even af onder onze douche. De straal is zo hard dat ik mij onder een waterval waan. Een nieuwe ervaring en een illusie armer.
Vrijdag 4 februari
In onze kamer hangt een ventilator die aan en uit kan. Op standje aan doet die bijna net zo weinig als dat die uit staat. Toch hebben we het niet heet gehad. Mama kreeg het zelfs “koud” dat de ventilator uit moest. Om vier uur werden we gewekt door een tropische regenbui. Ons huisje is niet helemaal afgesloten waardoor dat goed te horen was. Daarna hoor ik een heel bijzonder geluid wat ik niet thuis kan brengen. Het zal een dier geweest zijn. Het klonk als een schorre hond. Rond half zes werden we wakker net als de brulapen. Als we de gordijnen open doen zijn we in een magische omgeving beland. Er hangt nevel boven het water en tussen de bomen. De zon komt op en de nevel trekt omhoog. Een prachtig gezicht. De natuur ontwaakt met al haar geluiden. Op de kamer drinken we een kopje thee. Lekker rustig op gang komen.
Tegen half zeven verplaatsen wij ons naar het restaurant. We kunnen pas om half 8 ontbijten. Dat is voor Costa Ricaanse begrippen erg laat. Ook hier is weer een voederplaats waar we ons uren kunnen vermaken. Er is nog niet eens nieuw fruit gebracht en toch komen er al heel wat soorten op de restjes af. In tegenstelling tot de andere locaties zijn de vogels hier veel dichter bij en is het licht echt fantastisch. Wie weet kunnen we de vogels nu nog mooier fotograferen. De grootste Toekan van Costa Rica komt op een paar meter afstand van ons zitten. Voor het eerst komen er ook parkieten bij zitten. Twee verschillende soorten. Wat zijn ze mooi.
Het restaurant wordt klaar gemaakt voor het ontbijt en om zeven uur zitten we toch al aan de koffie. We krijgen een menukaart en kunnen weer kiezen uit een aantal gerechten. Helaas krijgen we voor het eerst geen fruit. Daar moeten we dik voor bijbetalen. Niet veel later worden de vogels gevoerd. Zij krijgen gratis zes hele papaja’s. Ik ben spontaan geneigd om een vogel imitatie te doen zodat ik ook papaja kan eten.
De hueveos rancheros vielen wel in de smaak. Eens kijken of het hier net zo lekker smaakt. Het gerecht ziet er anders uit dan op de vorige bestemming en de smaak lijkt er al helemaal niet op. Om kwart over zeven zitten wij aan een gerecht dat zo gigantisch pittig is dat de tranen over mama’s wangen lopen. Na elke hap moeten wij vijf minuten bij komen om een volgende hap te kunnen verdragen. Ze hadden er wel bij mogen vermelden dat het een zwaar pittig gerecht was. De grootste stukken peper vissen wij er uit. Mama schept er zelfs suiker over heen. Ik heb mijn smoothie nog bewaard waarmee ik het ook kan blussen. Hopelijk verdraagt onze maag en darmen dit gerecht op de vroege ochtend. Ik ben wel bang dat we later op de dag nog een keer kunnen nagenieten van de pittigheid van dit gerecht.
Om negen uur gaan we met twee andere gasten een boottocht maken over de San Carlos rivier richting de grens met Nicaragua. Op deze bestemming is het ’s ochtends al aangenaam met een korte broek, maar gelukkig nog niet te heet. We hebben weer alle ruimte op de boot. Onze gids is ook dol op fotograferen en toont vol trots zijn foto’s. Leuk, maar dat schept wel hoge verwachtingen. De omgeving waar we doorheen varen is zo mooi. Zoveel soorten groen. Het zijn net allemaal soorten broccoli ’s vanaf een afstand. We speuren de omgeving goed af en beginnen met een grote krokodil. De gids vraagt of we zin hebben aan een duik om te zwemmen met krokodillen. Heel gek is deze vraag niet eens, want de mensen zwemmen hier echt in de rivier. Later op de dag zien we hele gezinnen plonsen in het water. Mij niet gezien. We spotten vele soorten reigers. Zelfs de Hollandse grote blauwe reiger komt hier voor. Hoog op mijn wensenlijstje staat de King Vulture die hier beter te zien is dan op andere plekken in het land. De gids is dol op roofvogels en bestudeerd elk zwart stipje in de lucht. Tussen al deze stipjes zit blijkbaar ook de King Vulture. Hij heeft een bewijsfoto. Voor ons telt het niet als een waarneming. We komen ook brulapen, leguanen en ijsvogels tegen. Een van de leguanen heeft zich hoog uit de boom laten vallen om een verkoelende duik te nemen. Het klonk alsof er een halve boom naar beneden mieterde. Tijdens zo’n boottocht kom je ook in aanraking met het gewone leven in Costa Rica. Iets wat voor ons vaak niet zo gewoon is. Er zijn hier weinig wegen dus bijna alles gaat per boot. Mensen dobberen in een bootje met een stukje visdraad waarmee ze vissen. De koeien moeten naar de overkant van de rivier. Ze gaan niet op een boot, want dit zijn hele kleine bootjes. Ik wist het niet, maar blijkbaar kunnen koeien zwemmen. De koeien worden eerst gevangen met een touw. Daarna worden ze aan de boot vast geknupt en dan gaat de boot varen waardoor de koeien min of meer meegesleurd worden. Ze blijven wel met hun kop boven water. Eén koe ligt zo ongeveer op de zijkant. Het is een zeer bijzonder tafereel wat in Nederland absoluut niet zou kunnen. Dierenmishandeling ten top. Hier is het de gewoonste zaak van de wereld. Net als zwemmen in een rivier waar ook krokodillen leven. Na twee uur rustig varen komen we aan bij het dorp Bocas San Carlos. Er is een kerk, een kinderopvang en basisschool en iets meer dan twee huizen. De boot wordt aangelegd bij de “kade”. Een houten trappetje dat grotendeels uit elkaar gevallen is. Ik moet enorm lachen, want ik weet dat mama dit absoluut niet leuk gaat vinden. Met knikkende knietjes stapt ze uit de boot. Dat heeft ze overleefd. Bij de dorpskroeg mogen we wat drinken. Het is een groot gebouw met slechts 2 stoelen. De rest van de ruimte is leeg. In Nederland zouden we zeggen dat het vervallen is. Onze gids laat ons kastanjes zien. Afkomstig van een boom die we onderweg zagen en ik geen idee van had wat het moest voorstellen. Ik krijg uitgelegd hoe ik ze moet pellen om vervolgens op de eten. Ze smaken erg lekker en doet mij denken aan kikkererwten. Er zijn ook verse fruitsapjes te verkrijgen. Sap van de pittaya gemengd met ananassap. Het drankje is knalroze. Het is heerlijk verfrissend. De gids hoort iets en sprint naar buiten. In de boom zitten twee Scarlet Mawacs ofwel papagaaien. Het is net een puzzel die we te zien krijgen. Eerst een staart, dan een vleugel en later ook de kop. Uiteindelijk krijgen we de hele vogel te zien en hebben we een foto kunnen maken. Daarna is tijd om terug te gaan naar de lodge.
Dat het zo warm is geworden hadden we op de boot helemaal niet in de gaten. Het urenlang speuren naar vogels is intensief en maakt hongerig. Wij hebben wel een echte lunch verdiend. We delen samen een portie quesedilla’s. De gemberlimonade valt ook goed in de smaak. Ondertussen worden we afgeleid door alle vogels die in heel mooi licht op de voederplaatsen zitten.
Het is tijd om even siësta te houden. Ik val daadwerkelijk even in slaap. Dat kan de mens goed doen. We drinken koffie op de kamer en ik lees mijn boek uit. Ook al zit ik stil, ik heb geen idee waar ik het zoeken moet met deze warmte. Tegen een uur of vier gaan we weer wat doen. Volgens de kaart zou er een fotografie plaats moeten zijn. Geen idee wat het inhoudt. Dat gaan we onderzoeken. We lopen, maar komen nergens uit. Ja, midden in de bananenplantage. We proberen allerlei paden uit, maar de fotografie plaats blijkt niet te bestaan. Dan maar de benen even afkoelen in het zwembad. Afgekoeld en wel gaan we een andere richting uit. Er is hier een boerderij. We hadden geen idee dat het hier zo groot is en er zoveel verbouwd wordt. De gids had tijdens de boottocht al verteld over alles wat hier verbouwt wordt en dat groeit allemaal op dit terrein. De cacaoplantage is groot. Er hangen zoveel vruchten aan de bomen en in zoveel kleuren en maten. Het is prachtig om er doorheen te wandelen. Daarna volgt er een bananenplantage, papayabomen en een kas waar van alles gekweekt wordt. De wereld aan pepersoorten groeit hier. Deze kleine bommetjes waren de boosdoeners vanochtend. Er groeien ook vruchten waarvan we geen weet hebben wat het is. Wat ik ook nog niet gezien heb zijn peperkorrels. Mama kende dit vanuit Sri Lanka waardoor ze mij dit kon vertellen. We kijken onze ogen uit. Er is zelfs een kaasmakerij op het terrein. Dat was een onverwacht leuk uitstapje.
Even later stappen we midden in een natuurfilm. In het water voor het restaurant zit een kaaiman die iets te pakken heeft. Er valt nog over te twisten of het een slang of dat het een aal was. Het is wel duidelijk dat het beest dat hij gevangen heeft erg groot is in verhouding tot de kaaiman. Dat beest is zeker wel anderhalf uur zoet geweest om het naar binnen te werken. Soms viel het weer uit zijn bek, dan zat het als een rolmops in zijn bek met een klein stukje dat er buiten bungelt. Na het avondeten gaan we nog even over de brug lopen om te kijken of we nog meer kaaimannen kunnen spotten. Met onze zaklamp schijnen wij op het water. Er lichten tig rode oogjes op. Dat er zo veel zaten hadden we niet verwacht. We kijken ook nog even omhoog en zien een mooie sterrenhemel. Een mooie afsluiting van de dag.
Zaterdag 5 februari
We werden vannacht wakker gemaakt door regen. Er is aardig wat water naar beneden gekomen. Echt haast heeft het daarom ook niet om op te staan. Met zoveel bomen om ons heen blijft het nog erg lang nadruppen. De wereld is ook een stukje kleiner. Er is alleen maar mist zichtbaar. Alle gordijnen gaan open en we zien al snel de mist wegtrekken. Tegen zeven uur zijn we bij het restaurant om te ontbijten. Er staat een fruitbowl met yoghurt en granola op het menu. Dat klinkt erg smakelijk. We krijgen een grote kom voorgeschoteld met heel veel fruit. In een heel klein bakje zit iets wits. Dat moet de yoghurt zijn. Hooguit 2 eetlepels. In een ander bakje zit de granola. Het verse fruit smaakt heerlijk, maar voedzaam is het niet. We zien wel hoe lang we er op kunnen teren. Tijdens het ontbijt begint het weer te regenen. Anders is het ook geen echt regenwoud.
Zodra het droog is gaan wij naar onze kamer. Ik trek nog even een vestje aan. Kou kleumen in Costa Rica is niet nodig. We hebben tot nu toe vrij weinig verkend en willen door de jungle gaan wandelen. Er zijn heel wat huisjes en boomhutten waar we langs kunnen lopen en een pad door de jungle. Het is wat improviseren, want de kaart die we hebben komt niet overeen met de werkelijkheid. Veel paden zijn afgesloten, bruggen blijken al lang niet meer te bestaan. We lopen daardoor heel wat heen en weer.
De boomhutten zijn prachtig gelegen, maar ik word al moe als ik de vele trappen omhoog zie. Zo’n eind in de jungle lopen om te gaan ontbijten of avondeten lijkt mij ook niet wat. We spotten nog een paar nieuwe soorten vogels. Het is heel rustig met vogels. Of zien wij het gewoon niet? We zijn best wel moe en de benen zijn zwaar. Misschien zien wij het daarom niet zo best. De route maken we niet te lang. Mama gaat op de kamer een dutje doen en ik ga verkoeling zoeken in het zwembad. Het zwembad is net bijgevuld met ijskoud water. De duik is van korte duur. Op het verzakte ligbedje ga ik lekker opdrogen in de schaduw. Zo houd ik het wel even vol.
Het ontbijt is al lang een breed verteert. We delen een broodje met kip en proberen een nieuw fruitsapje uit. Allemaal even lekker en verfrissend. De drankjes worden hier gepresenteerd met bamboe rietje. Ecologisch verantwoord. Het drinkt wel vrij onpraktisch. De rietjes hebben vaak niet zo’n grote opening. De kleine stukjes fruit komen er vast in te zitten. Na het eten zijn we alweer toe aan siësta. Een rustdagje kan geen kwaad. We blijven lekker bij het huisje waar ik begin aan een nieuw boek. Als we voldoende zijn uitgerust willen we toch even op zoek naar vogels. We zien voornamelijk hummingbirds. Een heel vreemd en hard geluid trekt onze aandacht. Het klinkt alsof je stroomdraad hoort vonken. Wat is dit? Wil ik wel weten wat het is? Wellicht is het een sprinkhaan met formaat waar ik nachtmerries van krijg. Af en toe zien we iets van links naar rechts schieten. Opeens komt het dichtbij. Het is de manakin die we ook bij Sarapiqui gezien hebben. Dat dit harde geluid er bij hoort wisten we niet. Nu herkennen we het goed. Als we dit geluid horen weten we waar we naar moeten zoeken. Deze vogel maakt de bewering van onze gids wel waar. Hoe mooier de vogel hoe lelijker het geluid. Je bent mooi of je zingt mooi. Beide is onmogelijk.
Ons huisje grenst bijna aan de weilanden waar hele lelijke koeien lopen. Een goede plek waar ook veel vogeltjes kunnen zitten. We horen genoeg, maar zien weinig. Al dagen ben ik aan het speuren naar de King Vulture. Elke roofvogel in de lucht wordt nader onderzocht met mijn verrekijker. En er komen heel wat zwarte stipjes voorbij. Tot op heden zonder resultaat. Opeens zie ik een grote vogel op een boom zitten. Het voldoet aan de kleuren van de King Vulture. Ik ben gelijk euforisch. Zien we dan toch deze mooie gier? Als ik mijn verrekijker er bij pak blijkt het toch een andere soort roofvogel te zijn. Ook een prachtig soort, maar niet de vogel waar ik op hoopte.
Totdat we gaan eten blijven we op de kamer. Op de weg naar het diner toe steekt er een kleine, donkere slang de weg over. Helaas heeft mama hem niet gezien. Vandaag heb ik zin aan rijst met bonen. Al een aantal dagen hebben we dat niet meer gegeten en dat merkt mijn buik. Blijkbaar is het een goede combinatie voor mijn darmen. Wellicht moet ik in Nederland ook maar gaan ontbijten met rijst en bonen. Ook al is het donker. De omgeving wordt nog steeds afgespeurd op dieren. Uit mijn ooghoek zie ik iets bewegen. Er zit een klein, schattig konijntje. Dat zal vast een lekker hapje zijn voor de kaaimannen. Hopelijk hebben we vandaag voldoende rust genomen zodat we morgen alle energie hebben voor de lange reisdag die ons te wachten staat