Swaziland – Kruger (Skukuza)
Vandaag vertrekken we pas om half negen. Alle tijd om de ochtend zelf op pad te gaan. Het is wederom niet zo mooi weer. We gaan daarom eerst maar ontbijten. De wrattenzwijnen liggen nog rondom het kampvuur te slapen. Onze gids vertelde ons dat dit kampvuur (smeulend hout) al 20 jaar brand en nog nooit is gedoofd. De zwijnen vinden het een heerlijke plek om te slapen. Vanaf ons tafeltje in het restaurant zien we de ijsvogels over vliegen. Al snel moeten we ons prachtplekje verlaten. Er is geen kip in het restaurant, maar we mogen absoluut niet op deze plek zitten. De Afrikaanse logica is voor ons Europeanen vaak onbegrijpelijk.
Na het ontbijt gaan we terug naar de weide waar we gisteren veel vogels gezien hebben. Onderweg komen we al een nieuwe soort tegen die zich erg goed verstopt. Bij de weide zelf is het vrij rustig met vogels totdat de zon door breekt. De vogels komen tevoorschijn en het word gelijk erg warm. We zien nog één nieuwe soort. Een heel klein, kleurrijk vogeltje. We hebben alle tijd en lopen rustig terug naar het hotel. Onderweg komen we mama tegen. Zij was al eerder terug gegaan. Ik zeg al tegen papa dat de planning vast gewijzigd zal zijn. Ja hoor, de planning is inderdaad veranderd. De hele groep zit al in de bus te wachten. Wij zijn erg boos, want hoe kun je zo last minute de planning omgooien. Vandaag gaan we naar Kruger toe en wil iedereen natuurlijk een goede plaats bij het raam hebben. Nu komen wij als laatste bij de bus aan en zitten op de slechtste plaatsen. Dit is voor mij de druppel. Ik word knettergek van de reisleider die elke keer de planning maar wijzigt en niet communiceert. Hij geeft opdracht aan de groepsgenoten om het door te geven, maar het is zijn verantwoordelijkheid. Ook de reisgenoten die elke keer de beste plek in de bus in pikken maken mij erg boos. Tijdens het rijden doet er zich een gelegenheid voor om van plaats te ruilen met een groepsgenoot die zit te klagen over zijn zitplaats. Lief als ik ben bied ik aan om op de slechte plaats te zitten met mijn korte beentjes. De plek heeft minder beenruimte, maar wel een raam die open kan. Nu zit ik perfect voor de rit door Kruger en neemt de boosheid een beetje af.
De rit gaat verder door Swaziland en we moeten de grens over naar Zuid-Afrika. Dat gaat gelukkig erg snel. Het is nu nog een tijdje rijden voordat we aankomen bij de ingang van het Krugerpark. We moeten een brug oversteken om het park in te gaan en wij mogen dat te voet afleggen. De temperatuur is goed opgelopen en de tocht door de brandende zon is zwaar. Als we nijlpaarden op het land zien, krokodillen, ijsvogels, ooievaars en nog tig andere soorten vergeten we de warmte. Onze reisleider heeft er al spijt van dat hij ons er uit gelaten heeft, want wij zijn niet zo makkelijk de bus weer in de krijgen. Bij de ingang van het park staat ook een olifant. In het park rijden we erg langzaam en gaan op zoek naar wilde dieren. We zien een aantal olifanten, giraffen en wat vogels. We moeten wel een beetje opschieten om bij de lunchplaats te komen. Een prachtige plek in de natuur met neushoornvogels en ijsvogels op korte afstand.
Het is een mooie stop. Daarna moeten we nog zeker 60 kilometer naar Skukuza rijden. Met de snelheid die we rijden en de nodige keren stoppen voor de dieren duurt de rit eindeloos. Het is in de bus inmiddels net zo heet als buiten en mijn slechte zitplaats helpt ook niet. Ik ben gaar, moe en weet niet hoe ik de rit moet uit zitten. De spanning in de bus is inmiddels om te snijden. Onze reisleider gedraagt zich als een alfamannetje en dat gedrag staat mij (en de rest) niet aan. Iedereen heeft last van de warmte en is chagrijnig vanwege de bus met slechte zitplaatsen. Het is vechten en strijden bij een raampje om een foto te maken. De gemoederen lopen hoog op. Ik sta op het punt om uit te stappen, maar dat kan hier niet tussen de leeuwen. Het is al na vijf uur als we het rest camp in rijden. Het duurt erg lang voordat we de sleutels krijgen en het mooiste licht is al voorbij als we bij de kamer zijn. Onze gids zou toch moeten weten dat dit het gouden uurtje is en wij vogelaars/fotografen dan buiten willen zijn. Nu het nog (net) niet donker is gaan we nog even naar buiten, maar veel valt er niet te zien. We eten voor het eerst in lange tijd binnen. Het is buiten veel te warm. Bij de airco is het goed toefen. Er komen steeds meer groepsgenoten bij ons aanschuiven en het is gezellig tafelen.
Kruger (Skukuza)
Mijn biologische klok is al goed ingesteld op ons Zuid-Afrikaanse ritme. Om kwart voor vijf word ik wakker en maak mij klaar voor de safari die om zes uur begint. Om half zes loop ik nog even naar de waterkant om dieren te spotten. Ik tref alleen wat apen aan die van alles uit de vuilnisbakken trekken. Ruim op tijd staat de groep klaar voor de safari. Iedereen heeft er zin in en wil de beste plekken. Zeker na de rampzalige busreis van gisteren. Gelukkig zijn het twee open jeeps waar 9 man in passen en we allemaal een top plaats hebben. Wij hebben wel even opgelet met welke mensen we in de jeep stapten. Nu zitten we met een leuk gezelschap met dezelfde wensen qua vogelen.
Het is nu aangenaam buiten. Onze gids is een (blanke) Zuid-Afrikaan die ook de prachtige Afrikaanse taal spreekt. Het is zo’n mooi en leuke taal. Ze combineert het met Engels zodat we haar goed begrijpen, want sommige woorden begrijpen wij echt niet. We speuren het landschap af naar vogels en groot wild. Het landschap is hier aardig groen en dat maakt het een stuk lastiger. Ik had verwacht dat het hier droger en dor zou zijn, dus niet. De eerste grote dieren die we zien zijn een aantal giraffen die er prachtig bij staan.
Onderweg stoppen we voor een aantal nieuwe vogelsoorten. Een nieuw soort neushoornvogel met een rode snavel. Prachtige scharrelaars, vogels met lange staarten en meer dan genoeg roofvogels. De vogels zijn niet heel actief en in grote aantallen zoals op andere bestemmingen. Het grote wild laat zich ook niet zien. Onderweg komen we andere jeeps tegen waarmee we ervaringen uitwisselen, maar ook zij zien nauwelijks groot wild. We rijden heel wat rond op zoek naar de leeuwen. Die zijn alleen in de ochtend actief en daardoor beter te zien. Om negen uur komen we uit bij de golfbaan waar we gaan ontbijten. Wie bedenkt het nou om midden in een nationaal park een golfbaan te bouwen. Dat kost gigantisch veel water om het groen te houden. Medewerkers zitten op de grond onder een parasol om nieuwe rondjes graszoden in te steken. Wat een karwei in de hete zon. Ja, het is inmiddels al knap heet geworden. Het bestellen van het ontbijt gaat op z’n Afrikaans. Het valt niet mee om 3 types ontbijt voor 16 mensen goed door te geven aan de keuken. Het duurt een eeuwigheid voordat we het ontbijt krijgen. Als de meesten het ontbijt al achter de kiezen hebben krijg ik ook eindelijk mijn ontbijt. Per persoon moeten de eitjes blijkbaar gebakken worden. Dan ben je voor 16 man best lang bezig. Uiteindelijk heeft iedereen eten gekregen, al was het niet wat je bestelt had. Met een volle buik gaan we verder op safari in de hoop meer groter wild te spotten.
Op weg naar de vogelhut zien we nog een aantal Koedoe’s en de wereld aan Impala’s. Deze dieren kan je niet missen. Er leven wel meer dan 20.000 in dit park. Bij Lake Panic gaan we uit de bus waar we veilig (er zit een hek omheen) in een vogelhut zitten. We zitten nog maar net en een Malachite Kingfisher zit voor ons op een tak te poseren. Het is schitterend en perfect vast te leggen. De ene naar de andere kingfisher komt er voorbij. Wij zijn dolblij, want het is één van onze favoriete vogels. We kunnen inmiddels bijna alle kingfishers die in Zuid-Afrika leven afvinken.
Een paar nijlpaarden liggen in de verte te brullen (als dat zo heet). Een Afrikaanse visarend komt hoog in de boom zitten en een paar kleine reigertjes lopen rond. Het is een mooie plek. Na een uurtje vogelen gaan we de jeep weer in, we willen ook graag op zoek naar de big five. We hebben iets meer geluk dan vanochtend. We zien een paar olifanten staan die genieten van een modderbad. Met hun slurf gooien ze modder over hun lijf heen. Het werkt als een soort zonnebrand.
De giraffen komen nog mooier bij ons staan. We leren dat ze van een boom eten die hen high maakt. Als wij van de boom zouden eten gaan wij dood. Ook als de boom in brand staat worden wij al goed ziek van het inademen van de rook. De gidsen vertellen altijd leuke weetjes tijdens de safari’s.
Wat een kennis hebben deze mensen. Een zadelbekooievaar staat langs de kant van de weg. Voor de derde keer deze reis zien we deze vogel. Nu staat die op slechts een paar meter afstand.
Het geluk is met ons, want op het laatst zien we ook nog een aantal buffels. Het gevaarlijkste dier van de big five. Het is ondertussen bloedheet geworden en we zitten deels in de zon. Als de jeep rijdt hebben we nog een warme wind die iets verkoelt. Het zou vandaag iets boven de 40 graden worden. Om één uur komen we terug bij het rest camp waar we kunnen afkoelen van de rit. Wij blijven lekker op het kamp terwijl de rest van de groep gaat lunchen en daarna weer in de jeep stapt. Het is veel te heet, we zijn al lang onderweg en in de middag is er al helemaal niet veel te zien. Het was een mooie ochtend, wij hadden verwacht dat we een stuk meer dieren zouden zien.
Op de kamer zetten we als eerste de airco aan om af te koelen. Grote trek hebben we niet we maken een bakje noedels klaar. Bij de shop tegenover ons hutje halen we een lekker ijsje. We moeten het wel binnen op eten, want buiten valt er niet tegenaan te likken. Papa en mama moeten nog iets zakelijks regelen dus ik ga zelf op pad. In een rustig tempo, zoveel mogelijk in de schaduw maak ik een rondje over het terrein. Vogels zie ik niet en ik raak behoorlijk over verhit. In het huisje neem ik een verkoelende douche en puf uit van mijn mini-wandeling. Als de hitte afgezakt is ga ik even naar buiten. Aan de waterkant staan allemaal bankjes waar ik lekker in de schaduw kan zitten bij een aantal groepsgenoten. Voor onze neus loopt nog een nieuw soort vogel rond. Het is een patrijs of fazant, maar wij kunnen hem niet terug vinden in het vogelboek. Net daarna komen papa en mama terug.
Steeds meer groepsgenoten komen er aan en maken ons jaloers met prachtige foto’s van een groene duif. Ik heb vanmiddag gezocht en niks gevonden. We worden op sleeptouw genomen naar dé boom waar ze zitten. De boom zit vol met deze kleurrijke duiven en het is gelukt om hem ook vast te leggen. Snel terug naar ons hutje, want de muggen komen er al aan