Dag 7
Goedemorgen, weer een nieuwe zonnige dag in Canada. De wolken zijn nog bezig om uit het dal op te stijgen, maar daar achter is het zonnig. Om stipt zeven uur zitten wij als eerste bij het ontbijt. Een uur later zitten we al in de auto. Dat hebben we snel gedaan. De auto geeft aan dat het 10 graden is. Dat is al 2 graden warmer dan gisteren. Ik denk dat ik mijn bikini alvast bij de hand houd.
Het eerste stuk is een bekende route en toch een beetje anders dan gisteren. Nu zien we het landschap met mooi weer en zijn alle bergtoppen zichtbaar. We maken nog één stop in Revelstoke National Park bij Giant Cedars. Het is een boardwalk van 500 meter door een bos met reuzenbomen. Wauw, wat is dit een prachtig pad. Het is net een sprookjesbos. De bomen zijn zo groot dat wij ons best klein voelen. De grond is bedekt met groene planten (o.a. varens) die mooi afsteken tegen de bruine kleur van de boomstammen. Wij hebben enorm genoten van dit korte wandelpad.
We verlaten Revelstoke NP en je rijdt zo door naar Glacier NP. We rijden een nieuwe tijdzone in. De klok gaat een uur vooruit. Dit park is veel moeilijker begaanbaar. De meeste wandelingen zijn té lang en té zwaar voor ons. De enige wandeling die wij maken is de Hemlock Groove. Het pad is vergelijkbaar met het vorige alleen dan nog korter. Ook dit is een prachtig bos, maar kan niet tippen aan de vorige. De route er doorheen is wel echt prachtig.
Op het hoogste punt bij Rogers Pass stoppen we om dit mooie uitzicht vast te leggen.
Het dal wordt steeds breder en we rijden langs een rivier. Bergen, rivier, dennenbomen. Als dit geen Canada meer is dan weet ik het ook niet meer. Het voldoet echt aan het plaatje.
We verlaten park nummer twee en rijden park nummer drie binnen. Zoveel nationale parken op één route is wel erg bijzonder. De route is dan ook een echte scenic highway. We rijden Yoho in en rijden als eerste naar Emerald Lake. Dit meer staat hoog op ons wensenlijstje. Met ons zijn er honderden anderen die het ook van hun lijstje willen strepen. De parkeerplaats is vol en de auto’s staan tot een paar kilometer verderop geparkeerd. Gelukkig rijdt er een auto weg en kunnen we relatief dichtbij parkeren. De plaatjes van dit meer zijn zo mooi dat je het idee hebt dat het alleen maar tegen kan vallen. Gelukkig is dat niet het geval. We hebben prachtig weer en het water is echt zo mooi blauw als op alle plaatjes. We vinden een picknickplaats aan het water en genieten van het uitzicht. Stil zitten met zo’n uitzicht is wel moeilijk. Elke keer valt het licht anders op het water en lijken de kleuren te veranderen. Na onze uitgebreidde lunch gaan we verder op ontdekkingstocht. We proberen de bekende plaatjes na te maken. Dat lukt aardig. We lopen een rondje over het terrein van de lodge. Je zou hier maar verblijven. Wat moet dat prachtig zijn. Vanaf deze kant lijkt het water nog veel blauwer. Aan alles komt een eind dus we moeten afscheid nemen van dit prachtige meer.
We moeten nog verder, maar niet voordat we de andere bezienswaardigheden van dit park bezocht hebben. De volgende stop is bij Natural Bridge. De brug zelf vond ik niet zo heel interessant, maar het uitzicht rondom is wel schitterend. In deze omgeving verwacht ik toch echt een beer, maar die laat zich nog steeds niet zien.
We rijden nog verder het park in om de Takakkaw Falls te bekijken. De weg wordt op één plaats zo smal, stijl en met haarspeltbochten dat er speciale aanwijzingen hangen om met je camper omhoog te komen. Dan moet je een aantal keren steken. Het houdt ze niet tegen om boven te komen. De zon staat precies goed dat de waterval prachtig verlicht wordt en we regelmatig een regenboog in de waterval zien. We zijn al echt ingeburgerd, want we lopen in ons T-shirt terwijl het een graad of 12 is. Met een graad of 15 en zon is het hier al heerlijk weer en lijkt het veel warmer dan 15 graden in Nederland.
Het is tijd om het park te verlaten en door te rijden naar het hotel in Banff. De Rocky Mountains zijn zo prachtig en de zon staat al wat lager waardoor het nog mooier wordt. We krijgen er geen genoeg van. Dat het nog een uurtje rijden is over de Trans Canada Highway is dan ook geen straf. We genieten van elk moment. Om half zeven komen we aan bij het hotel dat midden in Banff is gelegen. De energie is op voor vandaag. We gaan voor een restaurant op loopafstand en dat is Chili’s. Een keten die ik ken vanuit Amerika. De Canadese variant is iets anders, maar het eten smaakt er net zo goed. Half slapend lopen we terug naar het hotel. Wat een prachtige dag was het.