Om kwart voor vijf zijn we alweer wakker nog voor het omroepen. Toch zijn we niet vooruit te branden. We blijven in bed hangen en laten het ontwaken van de stad over aan andere mensen. Wij zitten om half acht al op het dakterras te wachten op het ontbijt. Elke dag krijgen we een ander ontbijt en hopen dat het vandaag meer in de smaak valt. Alles waarvan ik dacht dat ik het heerlijk zou vinden valt vies tegen. Wij houden gewoon niet van Marrokaanse chocolade yoghurt met vellen. Ook de crepes zijn niet onze smaak. Gelukkig zit er ook stokbrood bij en chocoladecake en dat smaakt erg goed.
Nu het nog koel is gaan we via de snelste route naar het zuiden van de Medina. Al vrij snel merken we dat dit een heel ander deel is van de stad. Weinig toeristen, veel doorgaande wegen met veel verkeer en een hele andere sfeer. Geen vervelende verkopers die we om de meter van ons af moeten slaan. We voelen ons nu zelfs zo vrij om rustig in winkeltjes te kijken en slagen voor een souvenir. We bekijken een van de twaalf stadspoorten. De totale stadsmuur is 17 kilometer lang. Een rondje stadsmuur doe je dus niet even. Boven op de stadsmuur zitten allemaal ooievaars. We komen uit op een gezellig plein waar het barst van leuke restaurantjes, leuke winkeltjes en een prachtige moskee. Het is er gezellig druk met veel oude mannetjes die rusten op een van de vele bankjes in de schaduw. We lopen een winkeltje in en mama wordt omgetoverd tot Berbervrouw. Een sjaal wordt om haar hoofd gewikkeld. Het is een hilarisch gezicht. Achter de moskee zitten graftombes verscholen. Via een zeer smal steegje komen we in een oase van rust met mooie bomen en prachtige mozaïeken. Het is prachtig om even doorheen te lopen. Daarna ploffen we neer op een terras om te genieten van alles wat er op het plein gebeurd. Er komt zoveel voorbij dat we er een hele tijd doorbrengen. Veel karren met fruit, ezeltjes met karren, paarden met wagens.
We trekken onszelf uit de stoelen en gaan de wijk Kasbah verder ontdekken. Het is een stad in een stad met veel mooie poorten waar je heerlijk doorheen kunt struinen. Het is weer even zoeken welke kant we op moeten. Als we een herkenningspunt zien weten we dat we verkeerd zitten en de andere kant op moeten om bij het El Badi paleis uit te komen. Het is al bijna middag en de temperatuur is flink hoog in de zon. We doen ons best om zoveel mogelijk in de schaduw te lopen, maar dat lukt niet best. We worden elke keer ondersteboven gereden door scooters. We bezoeken het oude paleis wat niet veel meer is dan wat ruïnes. Helaas is er binnenkort een evenement en staat er een enorme stellage het zicht te blokkeren. We struinen wat rond en gaan daarna wat eten op plein el ferbhantiers. Het verkeer rondom het plein is enorm chaotisch en de sfeer op het plein verrassend gezellig. Iedereen probeert ons naar zijn restaurantjes te lokken. Op eenvoudige stoeltjes ploffen we neer en bestellen vlees spiesen. In combinatie met maïsbrood erg lekker. Voor het eerst drinken we mierzoete muntthee en die smaakt erg lekker. We krijgen zelfs nog een tweede kopje. We zijn moe van het vele wandelen en de warmte en lopen zo snel mogelijk terug naar het hotel. Al wordt onze weg regelmatig versperd door ezels. Mama schrikt zich een hoedje als er een pontificaal voor haar neus staat.
Onze opgezette voeten koelen we af in het koude water van het dompelbadje in onze Riad. Even lekker rusten/slapen in een koele ruimte. Om half vier hebben we enorm veel zin in een ijsje. Genoeg ijssalons hier. We komen uit bij Princess en delen een heerlijke ijscoupe. Geen idee wat voor smaken het zijn. We hebben nog energie over en gaan eens (ver)dwalen door de soeks. Elke soek heeft een eigen thema. Als eerste belandden we op de afdeling mannenkleding. Heel handig, want niemand doet moeite om ons aan te spreken. We worden alleen nog iets meer aangestaard. We zijn al heel vaak langs een mannetje gelopen dat kokoskoekjes verkoopt voor 10 cent en kopen er nu een. Het zijn heerlijke kokoskoekjes!!!! Voor het eerst durf ik het aan om bij een kraampje met sandalen te kijken. Het is tevens de laatste keer. Ik word door twee mannen tegelijk geholpen. Die denken gelijk kassa te hebben. Er worden direct extra gaatjes in de riempjes gemaakt en ze vinden het fantastische sandalen. Dat ik daar anders over denk wordt niet gewaardeerd. Eén man ploft chagrijnig op zijn stoel. Hij heeft de beste kraam en wij vinden het niks. Snel door naar een andere soek. We hebben een nieuw talent ontwikkeld om mensen te negeren, geen oogcontact te maken, langs en door ze heen te kijken. De enige manier om een beetje fatsoenlijk door de straten te struinen. We komen nu door hele andere sfeervolle straten dan gisteren en komen tot de ontdekking dat we het laatste stukje van de route van gisteren lopen. We vinden de soek met wolververs. We worden direct meegesleurd door een vriendelijke Marrokaan die vol enthousiasme vertelt over het proces van wol maken. Het is enorm interessant en laten ons meeslepen in zijn verhaal. Overal handen strengen wol te drogen. Een kleurrijk gezicht. Dan begint de modeshow en ik ben het model en heet vanaf nu Fatima. De sjaals worden om mij heen gedrapeerd als hoofddeksel, schouderbedekking, broek, jurk. Geen idee dat je er zoveel mee kan. We hebben de grootste lol en vinden allebei een mooie sjaal. Ik heb een hekel aan onderhandelen, maar blijf voet bij stuk houden. Ik wordt uitgemaakt voor Berbervrouw en pas mij dus blijkbaar goed aan. Dan word een andere vriend erbij gehaald en wordt het stokje overgedragen. We moeten hem volgen en vol trots laat hij zijn winkel met familie foto’s zien. We moeten nog verder mee door kleine steegjes waar we anders nooit zouden komen. We lopen langs kippen koppen die op straat liggen en schildpadjes in kooitjes. Nu moeten we een verhaal aanhoren over specerijen. Daar hebben we geen zin in en als de verkoper hoort dat we Nederlands zijn doet hij ook geen moeite meer. Kijken, kijken en niet kopen is bij hem ook bekend. Daar komen we makkelijk van af.
We eten op een dakterras