Gelukkig hebben we airco in onze kamer, want het bed is wel erg krap. Met deze hitte is wat ruimte wel prettig. We slapen redelijk goed en worden net voor de wekker wakker om zes uur. De eerste oproep tot gebed is net geweest. Maar wat blijkt? De wekker stond nog op Nederlandse tijd en het is dus nog maar vijf uur. Allememaggies dat is veel te vroeg. En de inwoners worden dan elke dag gewekt voor gebed? We blijven nog liggen tot zes uur en maken ons klaar om de stad te zien ontwaken. Het is nu nog fris buiten.Wat een verschil met gisteren. Er is geen mens op straat, alle winkels in de soek zijn gesloten. Overal wordt hard gewerkt om de straten schoon te boenen. Nu de deuren van de winkels gesloten zijn zie je pas hoe mooi sommigen zijn. Prachtige houten deuren met ijzeren deurkloppers.Op de veemarkt is het een enorm gekakel van kippen en kalkoenen. Elke vierkante centimeter van de kooien waarin ze vervoerd worden zijn benut. De winkeltjes zijn net mini boerderijen. Het is een geestig gezicht. Ze hebben hele lieve konijntjes, maar dit zijn vast geen huisdieren.
Wat gisteren een druk plein was vol met eettentjes en slangenbezweerders is nu helemaal leeg. Het is altijd een bijzonder moment om de stad te zien ontwaken. Via het plein lopen we naar de grootste moskee van de stad. Over het plein rijden karretjes met ezels ervoor. We gaan echt terug in de tijd. Verderop staan paarden met “koetsen” om toeristen te vervoeren. Eén paard is omgevallen en komt niet meer overeind. We zijn geen dierenliefhebbers en zeker geen paarden mensen, maar dit zag er wel erg zielig uit. De moskee is prachtig en via de parken er omheen lopen we er een rondje omheen. In de parken liggen zwervers te slapen. Een zwerver loopt achter ons aan en doet wat vreemd. Mama heeft niks door als ik haar vraag of ze het ook gezien heeft. Deze man vond het nodig om zijn geslachtsdeel aan ons te showen. Als preuts meisje reageer ik verrassend rustig en doe alsof ik niks vreemds gezien heb. Ontwijk ik zo hard de wallen in Amsterdam. Krijg ik dit voor mijn neus.
We lopen terug naar het hotel om te ontbijten op het dakterras. We hebben best wel honger en verwachten veel van het Marrokaanse ontbijt. Is dat even een tegenvaller als het wordt voorgeschoteld. We krijgen pannenkoekjes die er uit zien als zwammen. Heel bijzonder. Mama is ze nu al spuugzat. We krijgen er hetzelfde brood bij als gisteravond. Zonder dipsausje een taaie kost. Het zijn platte ronde broden. Het vruchtensap is heerlijk en de koffie is pikzwart. Nog nooit heb ik zulke zwarte koffie gedronken. Het is daarna dan ook dringen geblazen om naar het toilet te gaan. We genieten nog even van de zon op het dakterras nu het nog koel is en bepalen wat we vandaag gaan doen.
Om half tien gaan we het noordelijke gedeelte van de Medina (oude centrum) bewonderen. Het is net een openlucht museum. Smalle straatjes en steegjes vol met winkels en kraampjes. We worden door een oud mannetje meegenomen naar zijn winkel met tapijten. Met handen en voeten maakt hij duidelijk dat we mogen kijken hoe het gemaakt wordt. Allemaal handarbeid. Het is leuk om te zien, maar met handen en voeten lukt het niet om onze vragen duidelijk te maken. Verderop zijn mini slagerijen en vishandelaars. Super klein en alles wordt in de openlucht gehakt en bewaard. Koeientong, hele varkens alles komt voorbij. Om de zoveel meter is er weer een pleintje met elk een eigen thema. Groentemarkt, specerijenmarkt, tientallen karren met ezels. Hoe verder we naar het noorden lopen hoe minder toeristisch het wordt en het des te meer opvalt dat wij buitenlanders zijn. Iedereen bemoeit zich met ons en wil ons heel graag de weg wijzen. Dit doen ze allemaal om geld te verdienen. Het valt niet mee om een 12 jarig jongetje van ons af te slaan. Uiteindelijk vindt hij een nieuw (beter) slachtoffer. Bij Le Jardin ontsnappen we aan de hektiek van de stad. Onder de palmbomen genieten we van een vruchtensapje. De energie is op en we lopen richting de riad, maar gaan onderweg eerst lunchen. We genieten van Falafel met zicht op de drukke straten waar van alles voorbij komt. Hoe al het verkeer (scooters, fietsers,wandelaars en karren) langs elkaar heen gaat zonder ongelukken is verbazingwekkend. Hoeveel er op een vervoersmiddel past is minstens net zo bijzonder. 2 volwassen en 3 kinderen op 1 scooter is geen uitzondering. Kippen en konijnen zijn ook geliefd. Het is bloedheet geworden en we lopen gauw terug naar de riad om siësta te houden. Even afkoelen en slapen is wel nodig. Tegen vieren begint het weer te kriebelen om naar buiten te gaan. Op een rustig tempo trotseren we de hitte en ploffen neer bij Argana Café waar we mooi zicht hebben op Jemaa al Fna. Er wordt weer opgeroepen voor gebed en dat geluid is zo bijzonder. Het beste te omschrijven als een persoon die door een megafoon blert wat totaal onverstaanbaar is en het geluid van een snelweg. Dat laatste komt vast doordat je er 36 tegelijk hoort met 1 seconde vertraging. Ik kijk om mij heen of ik mensen in beweging zie komen om te gaan bidden, maar heb niks kunnen ontdekken.
We gaan nog even terug naar de kamer om uit te rustten voordat we weer terug gaan naar hetzelfde restaurant voor het avondeten. Couscous smaakt hier totaal anders dan wij het ooit in Nederland hebben gehad. Het plein staat nu weer vol met kraampjes en het is verschrikkelijk druk. Genoeg te zien om ons zoet te houden, maar we zijn te moe. We maken een kort rondje over het plein en kijken vol verbazing naar de slangen. Dat valt op en er komt gelijk iemand aan met een slang. Daar zijn wij niet blij mee. Ondanks onze duidelijke nee komt hij steeds dichter bij met de slang. Wij zijn weg! Het is nog maar negen uur, maar wij duiken snel het bed in.